Weyts, Marc – Leysen, Dries 26/01/2023
Wanneer de huisanalist op onze geliefde schaakclub aanwezig is, kan het soms gebeuren, dat zijn oog valt op een bepaalde partij, op een bepaalde opening, op een al dan niet dubieus gambiet, …, waar hij dan later een analyse van maakt. Deze keer was het echter onze steeds duidelijk aanwezige voorzitter, die hem attent maakte op zijn partij tegen onze meer bescheiden secretaris en vooral op de vierde zet van deze laatste. Zij, die denken, dat die vierde zet voor de eerste keer in de club gespeeld werd, heeft het mis: zie analyse hieronder.
1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Pc3 Pf6 4.Lc4
Dit is de Italiaanse variant uit het vier Paardenspel. Deze stelling kan ontstaan via verschillende volgorden van zetten, bijvoorbeeld: 1.e4 e5 2.Pc3 Pf6 3.Pf3 Pc6 4.Lc4, 1.e4 e5 2.Pf3 Pf6 3.Lc4 Pc6 4.Pc3 en 1.e4 e5 2Lc4 Pc6 3.Pc3 Pf6 4.Pf3. Zie het diagram hieronder.

4…Pxe4!?
De Witspeler gaf ruiterlijk toe verrast te zijn geweest door deze onverwachte zet. Toch is dit nemen op e4 geen onbekend thema. In het Weens, 1.e4 e5 2.Pc3, kan er na 2…Pf6 3.Lc4 ditzelfde nemen ook volgen: 3…Pxe4. Daar noemt men het ‘de moderne variant’.
5.De2?!
Over deze zet kon uw huisanalist geen tekst of uitleg vinden. Ook zijn oude, getrouwe Fritz gaf aan, dat dit niet de beste zet is. Behalve de partijzet zijn er nog andere voortzettingen mogelijk:
- 5.Pxe4!? d5! “Zwart staat niet slechter. Hij heeft het centrum en krijgt mooie open lijnen voor zijn stukken. Merk op, dat het schijnoffer op de vierde zet alleen werkt, wanneer Zwart nog geen Loper op c5 heeft staan.” 6.Ld3!? dxe4 “Andere zetten dan de hierna volgende partijzet leiden naar een Wit voordeel.” 7.Lxe4 “Deze serie van zetten is typisch voor de Italiaanse variant van het Vier Paardenspel, alwaar er direct in de opening een Paard en een pion aan beide zijden geruild worden. Wit staat iets beter. De dreiging is Le4xc6.” 7…Ld6! “Het staat gelijk, ook als Wit op c6 neemt.” 8.Lxc6+! bxc6 =.
a1. 7…Pb4 “Het idee is f7-f5. Na deze zet wint Wit een pion en staat hij beter in sommige varianten, bijvoorbeeld:” 8.a3!? f5 9.Lxf5 Lxf5 10.axb4 =. “Het idee is c2-c3 of Dd1-e2.”
a2. 7…Pd4 8.Pxe5 De7 9.f4 =.
a3. 7…Pe7 “is een interessant alternatief.” 8.c3! “Wit heeft de mogelijkheden, om met pionnen Zwarts centrum aan pionnen te ondermijnen, welk leidt naar het overmeesteren van het centrum door stukken. Verder zijn er zwaktes op de velden b7, e6, f7 en g6 van Zwart, welke gevaarlijke tactische dreigingen voor brengen”. 8…f5 9.Lc2! =.
a4. 7…Lc5?! 8.0–0 0–0 9.Lxc6 bxc6 10.Pxe5 Dd5 met een klein voordeel voor Wit.
a5. 7…Ld7?! 8.0-0 Ld6 9.d3 0-0 10.Te1 h6
11.Le3 De8 12.c3 Le6 13.d4 exd4 met een klein voordeel voor Wit in Raaymakers – Van Beylen, 2004. Dit kan de stampartij van deze variant in onze club genoemd worden.
a6. 7…Dd6 8.De2 f6 9.d4 met een klein voordeel voor Wit.
a7. 7…Df6 8.De2 met een klein voordeel voor Wit.
- 5.Lxf7?, het Noa gambiet. 5…Kxf7 6.Pxe4 d5! 6…Le7? is niet goed. 7.d4, Hoskens – Hermans, 2006, 7…exd4 8.Peg5+ Kg8 =. Dit kan de stampartij van dit gambiet in onze club genoemd worden. En nu:
b1. 7.Pg3!? e4 8.Pg1 met een groot voordeel voor Zwart in Noa – Makovetz, Dresden 1892.
b2. 7.Peg5+ Kg8 “Zwarts Koning heeft veiligheid gevonden en hij heeft de intimiderende pionnen. Het probleem voor Wit hier is zozeer, dat zijn stelling slechter is dan in de gewone lijnen uit het Jerome gambiet, objectief gezien is het veel beter, maar de truc met de vork is de standaard angst voor spelers, die leren over openingen, terwijl het Jerome gambiet veel minder bekend is of begrepen. De kans, om Zwart te verrassen is kleiner.” 8.d4 h6 9.Ph3, Fischer – Ames, Lincoln 1955.
b3. 7.Pfg5+ Kg8.
- 5.0-0 Pxc3 6.dxc3 h6!? met een klein voordeel voor Zwart.
5…Pxc3 6.dxc3
Persoonlijk geeft de huisanalist eerder de voorkeur aan 6.bxc3 met een klein voordeel voor Zwart. Deze zet geeft Wit de mogelijkheid tot d2-d4, om Zwarts centrum aan te vallen, en bovendien komt de halfopen b-lijn ter beschikking van de Toren na Ta1-b1.
6…d6
Zwart zet een extra verdediger op zijn e5-pion.
7.Ld5
Het doel achter deze zet is onduidelijk. Misschien wilde de Witspeler een later d6-d5 tegen houden.
7…Lg4
Zwart pent het Paard van f3. Andere zetten zijn ook goed. Op ChessBase ging men hier verder met:
- 7…g6?! 8.Pg5 Le6 met een groot voordeel voor Wit in Nudat – Nilkhumhaeng, 2019.
- 7…Le7 met een klein voordeel voor Zwart in Caballero Flores – Rozo, 2007.
8.h3?!
Wit wil de Loper van zijn tegenstander onmiddellijk tot een bekentenis dwingen. 8.0-0 met een klein voordeel Zwart is iets beter.
8…Lxf3?!
8…Le6!? is nu het beste. Na 9.Lxe6 fxe6 kan Wit de pion op e6 niet meteen aanvallen met bijvoorbeeld Dd1-b3, omdat de eigen c2-pion in de weg van de Dame staat.
Op lichess.com ging men tot dusver steeds verder met 8…Lh5?! =.
9.Dxf3 f6?
Beter is 9…Dd7 =. De Zwarte Dame dekt het immer zwakke f7-veld en geeft extra steun aan het Paard op c6.
10.Lxc6+ bxc6 11.Dxc6+ Kf7 12.Dd5+!?
Wit heeft hier een groot voordeel: hij staat een gezonde pion voor en zijn tegenstander heeft zijn recht op rokeren verloren. Voor de goede orde volgt hierna nog de rest van de partij.
12.Dd5+ Ke8 13.0–0 f5 14.De6+ Le7 15.Dxf5 g6 16.De6 Tf8 17.Lh6 Tf7 18.Tad1 Tb8 19.b4 Tb6 20.Le3 Tc6 21.c4 Ta6 22.c5 Kf8 23.Lh6+ Kg8 24.f4 exf4 25.Txf4 De8 26.Tdf1 Txa2 27.Dxa2
Zwart gaf op.
Jansen,Luc – Wuyts, Jef 26/01/2023
Soms duikt er in onze club wel eens een aardige combinatie in een partij op. Hiervoor moeten we in deze partij gaan naar de 32e zet van Wit.
1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lc4 Lc5 4.d3 Pf6 5.Lg5 Le7 6.Pc3 d6 7.h3 Pa5 8.Lb3 Pxb3 9.axb3 Le6 10.0–0 c6 11.Pe2 0–0 12.Pg3 Pd7 13.Lxe7 Dxe7 14.Dd2 f6 15.Ph4 Pb6 16.f4 d5 17.f5 Lf7 18.Kh2 a6 19.Df2 Pd7 20.c4 d4 21.Dd2 b5 22.Pf3 Pc5 23.Dc2 Kh8 24.b4 Pd7 25.c5 Tg8 26.Tfc1 Pf8 27.Ta5 h6 28.Tca1 Db7 29.Dd2 Ph7 30.Ph4 Ta7 31.Tf1 De7
Zie het diagram hieronder.

Elke zet met de Toren van g8, om de Zwarte Koning ademruimte te geven, gevolgd door Ph7-g5 was iets beter geweest. Let goed op, hoe de Witspeler dit afstraft.
32.Pg6+! Lxg6 33.fxg6 Pf8 34.Pf
5 Dd7?
34…De8 35.Pxh6! gxh6
36.Dxh6+ Ph7 37.gxh7 Tg6 met een groot voordeel voor Wit. Wanneer de Witte Dame zich terug trekt naar c1, d2 of h4 zal hij iets meer dan een gezonde pion voor komen te staan. Na de partijzet maakt de Witspeler goed gebruik van zijn pion op g6, die ogenschijnlijk zomaar genomen kan worden door het Paard van f8.
35.Pxh6! Pxg6
35…gxh6?! 36.Dxh6+ Ph7 Verplicht. 37.gxh7 36.Txf6 +- is ook goed. 37…Dxh7 38.Dxf6 +-. Wit staat twee pionnen voor en die van c6 zal ook weldra vallen.
36.Pxg8 Kxg8 37.Tfa1 f5 38.exf5 Dxf5 39.Txa6
Zwart gaf op: hij staat een Toren plus een pion tegen een Paard achter.